De jeugd van Marianne Kimmel werd getekend door seksueel misbruik door haar vader, dat begon toen ze nog maar een kind was en doorging tot haar tiende jaar. Jarenlang zweeg ze over wat er was gebeurd. Ook toen ze op haar eenentwintigste op kamers ging, droeg ze het geheim alleen. Ze liep vast in het studentenleven; ze voelde zich anders, onveilig, en begreep de wereld om haar heen niet. De gevolgen van het trauma werden onmiskenbaar zichtbaar.
Ze zocht hulp en begon aan een lang proces van heling. Pas na een jaar durfde ze tijdens therapie te vertellen over het misbruik. De jaren die volgden stonden in het teken van overleven, paniekaanvallen en het terugvinden van veiligheid in zichzelf. Op haar zesentwintigste confronteerde ze haar vader met het misbruik. Hij ontkende en onterfde haar als dochter. Dat moment verloor ze haar hele familie, omdat die de kant van haar ouders kozen. Maar dat moment was ook het begin van haar bevrijding.
Door jarenlange therapie, verschillende hulpverleners en vooral door haar eigen innerlijke stem te leren volgen, vond Marianne haar kracht terug. In 2010 vertelde ze voor het eerst publiekelijk haar verhaal in Linda Magazine in een interview over de feestdagen zonder familie. Drie jaar later, in 2013, deelde ze haar verhaal op nationale televisie in het KRO-NCRV-programma Recht uit het Hart. Dat werd de start van Stichting Project Speak Now, waarmee ze anderen hoop, herkenning en kracht wil bieden.
In 2021 verscheen haar boek Ondersteboven, waar zij twaalf jaar aan werkte. Het boek verweeft haar eigen levensverhaal met inzichten in de belevingswereld van daders, en doorbreekt taboes rondom seksueel misbruik en familiegeheimen.
Vandaag is Marianne oprichter en directeur van Project Speak Now, spreker, schrijver en coach. Vanuit haar overtuiging dat heling voor iedereen mogelijk is, zet ze zich in om slachtoffers van seksueel misbruik en seksueel geweld te helpen hun stem terug te vinden en te ontdekken dat er, ondanks alles, wél een gelukkig leven mogelijk is.